Duur van de missie: 12 april 1993 – 20 december 1995
Aantal militairen: 1.675
Etnische verdeeldheid was de belangrijkste oorzaak voor het uitbreken van de burgeroorlog in voormalig Joegoslavië. President Tito was decennialang de verbindende factor, maar na zijn dood begon de federatie scheuren te vertonen. Begin jaren negentig viel het land uiteen en brak een burgeroorlog uit.
Air power
De burgeroorlog volgde op onafhankelijkheidsverklaringen van Slovenië en Kroatië. In 1992 riep ook Bosnië de onafhankelijkheid uit en sloeg het conflict over naar Bosnië. Al snel was de strijd daar het hevigst.
In een poging de oorlog te beheersen en humanitaire hulpverlening te waarborgen, gaf de VN-Veiligheidsraad groen licht voor een vliegverbod boven Bosnië. Dat werd in het begin met voeten getreden, waarop de NATO de robuuste luchtoperatie Deny Flight lanceerde.
Nederland nam deel met een wisselend aantal F-16 gevechtsvliegtuigen en fotoverkenners van hetzelfde type. De Koninklijke Luchtmacht opereerde vanaf de Italiaanse vliegbasis Villafranca bij Verona. Het detachement was medio april 1993 operationeel.
In actie
Nederlandse vliegers waren als eersten actief binnen het Bosnische luchtruim. Na een jaar breidde de Veiligheidsraad het mandaat uit. Voortaan mochten de vliegers ook tactische luchtsteun leveren aan UNPROFOR-eenheden op de grond. Vanaf november 1994 mocht Deny Flight ook in Kroatië opereren.
Op 20 december 1995 kwam er een einde aan operatie Deny Flight. De taken gingen over naar de IFOR-operatie Decisive Endeavour.